2024-04-03
De dag van Jasper (19 maart 2024)
Jasper Knoester is de decaan van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen. Hoe gaat het met hem, wat doet hij precies en hoe ziet zijn dag eruit? In elke nieuwsbrief geeft Jasper een inkijkje in zijn leven.
De eerste dag op ons nieuwe hok, “Gorlaeus Fase 2A”.
Nieuwbouw, dat is ook een woord. Ter verhoging van de feestvreugde ging het management de rest voor naar de voorzijde van die wanstaltigheid, met uitzondering van SOSZ (geen idee!) dat een vleugel verder van de voorzijde zit. De tocht naar onze kantoren is als de verkenning van een druipgrot: via de vertrouwde zijingang volg ik een slingerroute naar het halfduister van de voronoi-cellen, de façade van onze kennis. Vanaf begin april wordt de hoofdingang toegankelijk door het uitgraven van een vierkant en een bloedoffer, zo betreedt men immers de onderwereld.
Geintje, we beuken gewoon de pui eruit!
Als ik aankom, nee, wanneer ik arriveer, is het een drukte van belang. De kantoren van de steeds verder uitdijende ‘diensten’ kijken uit op een enorme ruimte vol modern ‘gemak’ in felle kleuren: zitjes, hoge tafels en een keukenblok. Het soort ongein dat ‘uitnodigt tot ontmoeting’ in het lingo van de moderne binnenhuisarchitect. Vandaag (en niet alleen) is iedereen de spreekwoordelijke kip zonder kop. De meute becommentarieert met enig leedvermaak de minuscule zitplek van de ander; de ene, oneindig opgedeelde wandkast; de vergeelde kamerplant van de storthoop. Men bekijkt naambordjes van buren, onbekend na toch zo vele jaren gedeelde smart.
Het is alsof iedereen voor het eerst de ogen opslaat van een werkje dat bij aanvang toch niet bijster interessant leek.
Ik zie veel sippe gezichten. Hier en daar is het wennen aan het delen van kamers met zovelen. Ook ik, de decaan, was oorspronkelijk zo bedeeld, maar het gevolg is dus wel dat een eigen bureau, ja, zelfs een eigen zitplek niet voor iedereen een optie zal zijn. Toch spreekt werkelijk iedereen zijn waardering uit voor de mooie ruimte, al kunnen ze er dan niet van dichtbij van genieten. Vele onwelriekende ademtochten in de nekken van gelukkigen. Verhuiskratten worden in hoog tempo het raam uit gemieterd en raken willekeurige voorbijgangers. De computerdienst, duizenden mannen en vrouwen groot, loopt doelloos ruimte in te nemen om vragen te beantwoorden waarop slechts enkelen een zinnig antwoord weten.
Om half elf is er een welkomstmoment met (het gooien van) taart. Van room druipende collega-bestuurder Suzanne van der Pluijm en Marcia Hoogeland, hoofd Facilitaire zaken, houden toespraken die klinken als het geknor uit een goed gevulde varkenstal. Beiden lijken met gebaren te beamen hoe mooi de nieuwe ruimte is, en dat we zeker honderd jaar moeten talmen voor we weer iets anders kunnen willen. Wat een opluchting voor ons ideologen en planners; welk een droeve maar toch verstandige raad! Het moment is daardoor meer dan feestelijk te noemen; collega’s hangen in kroonluchters, er heerst een uitgelaten losbandigheid! Meteen is duidelijk hoe relatief afstand toch eigenlijk is, en hoeveel mensen er toch in een niet al te ruim bemeten kamer passen. Ongelooflijk!
Ook krijgen we een mooi voorproefje van hoeveel ruimte er uit de meeste kantoren is geperst voor het realiseren van het verbindende “plein”.
En dit is nog maar het begin. De komende weken wordt de oude meuk in rap tempo ontdaan van een diarree van wiskundigen, informatici en sterrenkundigen. En niet te vergeten studenten. Kijken hoe content iedereen is met deze afrekening in de veel te krap bemeten nieuwe toko. Ik zie naar teleurgestelde gezichten uit, naar momenten van besef. Complimenten voor iedereen die zich hiervoor heeft ingezet!
Na het welkomstmoment heb ik de eerste schreeuwsessie in mijn nieuwe balzaal; volkomen overbodig overleg met Carey, onze managementassistent. Dit wordt meteen gevolgd door een slaapverwekkende sessie met de Research Strategy Group van UNA Europa, de Europese alliantie van even middelmatige universiteiten waar we ons op onze knietjes bij hebben mogen aansluiten, op mijn platte beeldbuis van vier bij vijf meter. Het plan van aanpak om… iets… voor de komende jaren verder… uit te rollen… wordt besproken - ik heb geen enkele actieve herinnering aan wat.
Het is in ieder geval: to roll or not to roll, that is the answer! Hoofdpunten zijn iets dat ik niet helemaal versta (omdat ik word afgeleid door een voorbij lopend vroeg zomerjurkje), de organisatie van zomerscholen in warm vochtige landen en gedeelde schreeuwsessies met promovendi, vooral met die in mijn geliefde verre Groningen! Op het punt van onderzoeksfaciliteiten blijken we nog veel meer te kunnen bezuinigen.
Na het UNA-overleg tief ik op naar Den Haag voor enige me-time. Daarna sluit ik de middag af met een komisch nummer: overleg met Johnson & Johnson. Na het optreden hebben we het voor de vorm nog over iets abstracts: stappen die we moeten zetten om onze strategische alliantie op het Leiden Bio Science Park verder gestalte te geven. Ziezo!
Tijdens de copieuze avondmaaltijd thuis vertel ik veel te uitgebreid over de lange vier uren die ik vandaag heb moeten werken. Ik ruk nog even aan wat gewichten, waarna ik thuis ook nog even door de voorbereidingen voor morgen heen loop. Hieronder de Tuesday Talk van Ariane Briegel; geen idee wat ik daar nu aan zou moeten voorbereiden! Ik zie vooral uit naar de borrel na afloop. Eindelijk kan ik zeggen dat dat allemaal binnen mijn eigen toko gebeurt. Een mooie moment!
Origineel: https://www.medewerkers.universiteitleiden.nl/nieuws/2024/03/de-dag-van-jasper-19-maart?cf=wiskunde-en-natuurwetenschappen&cd=fnw-bestuur-bureau
Admin - 13:54:58 @ algemeen | Een opmerking toevoegen
Opmerking toevoegen
Fill out the form below to add your own comments