2025-02-21
De dag van Jasper (20 februari 2025)
Jasper Knoester is de decaan van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen. Hoe gaat het met hem, wat doet hij precies en hoe ziet zijn dag eruit? In elke nieuwsbrief geeft Jasper een inkijkje in zijn leven.
‘Drie keer oefenen en dan heb je ook wat: het besef dat oefening behoorlijk wordt overschat.’
Vrijdag 7 februari 2025
Ik moet godvergeten vroeg op voor zo’n dag. Wat is het dit keer? O ja, vandaag vieren we iets feestelijks onder het motto ‘Werk is ook feest!’, de 450ste geburtstag van de uni dus, een schot voor de boeg van degenen die hier graag het licht uit zouden willen doen, een… tsja, feit… waar we uiteraard zum kotzen trots op zouden moeten zijn. In mijn geliefde Groningen heb ik destijds weken lang het 4de eeuwfeest mogen aftellen vanaf een houten schavot voor het academiegebouw, dus wie had zo’n tweede keer ooit bedacht? Het was overigens een buitengewoon prachtige en bijzonder uitgelaten gelegenheid, met zwemwedstrijden in het Reitdiep, iedereen natuurlijk in de blote tokus, koekhappen vanaf de Martinitoren en een hartverwarmertje toe - kan slechter, zoals we dat bij ons zeggen - maar Leiden blijft toch ook heel mooi!
De communale onderbreking van ons werk, dat wil zeggen, van de wichtigmachers - de rest, laten we zeggen, de humuslaag van de uni, werkt gewoon door om nog eens wat gedaan te krijgen, zoals bekend - begint pas vanmiddag, maar ik vertrek al voor vijven naar Leiden, want mijn geheugen - dat mag op mijn leeftijd, beste lezer - klinkt heel langzaam in. Mijn dag begint dus goed, met koukleumen en een bult feestkleding op de rug. Wanneer ik besluit dan alles maar aan te gordelen ziet men mij voor een oude zwerver aan. Nee, mevrouw, Jasper is de naam, ik ben decaan aan deze prachtige universiteit!
Decanen worden geacht een rok te dragen onder hun togus - ik dacht toch echt dat het tokus was - geen idee wat er precies mee wordt bedoeld. Ik heb overal aan moeten wennen, ik verdraag altijd veel, mijn draagvermogen is berucht, maar van sommige zaken sla zelfs ik op tilt! Inmiddels vind ik echter ook deze rare traditie zijn charme hebben en debiliseer ik vrolijk mee. Alles afgemaakt met glimmende lakschoenen van een paar maten te groot, ter vervolmaking van de wetenschappelijke Pipo de clown outfit! Lakschoenen had ik voor het laatst aan toen ik zes was, stevig rondstampend in de Groningse klei (hier en daar een koeieflats), en veel trots. Inmiddels denk ik na over dit soort “bling-bling”. Wat maakt het; hoe begin je een (het?) folklore?
Als de deur op Rapenburg om half negen eindelijk voor me openzwaait (memo aan mezelf: luiwammesen uitschelden en aanpakken), heb ik vanuit de faculteitskamer eerst een schreeuwsessie met twee promovendi uit het Hoge Noorden. Het heeft mijn voorkeur om ze op vrijdag persoonlijk te onderhouden en ook het groepsseminar mee te knikkebollen, maar vandaag gaat er van alles boven Groningen. Helaas! Kai is nog wat dingetjes in zijn proefschrift aan het opkalefateren, ‘gebruik ChatGPT, in hemelsnaam, misbruik het op goede wijze’, maar onze vriend Gijsbert is pas bezig in zijn tweede jaar. Scharrelaar! Toch heeft hij, onder mijn bezielde leiding, de afgelopen week excellente hoeveelheden vorderingen gemaakt, al zeg ik het zelf. We convergeren naar een schijnoplossing van een interpretatieprobleem dat ons (en niet alleen ons, al zeg ik het zelf) de afgelopen weken heeft beziggehouden. Ziezo, klaar met de wetenschap!
In de Pieterskerk start de generale repetitie voor het grootste toneelstuk van allemaal: de dies. Omdat ik gestrikt ben voor de uitreiking van de megastrik - het eredoctoraat van Kelly Chibale - ben ik erbij. Het is leuk om te zien dat alle sprekers (behalve ik!) goed op de poppenkast worden voorbereid: de dans op het podium wordt maar liefst drie keer geoefend. Even denk ik het een-tweetje Chibale-Afrikaans, maar dan heb ik buiten domirectrix Hester Bijl gerekend: op haar voortouw wordt het natuurlijk een oud-Hollandse klompendans, als klucht passend bij ons ritmegevoel EN bij het formaat van onze schoenen. Aan oefening zal het niet liggen. Ook luidruchtig protest hoort erbij, naar traditie geheel ingekaderd, deelnemers handgeselecteerd etc, maar voor alle aanwezigen toch nog de beoogde hevige schrik.
Hierna peer ik terug naar de faculteitskamer voor online overleg met promovendus Marick. Hij is ons ontsnapt, naar buiten de academie - geen idee wat daar existeert, wat daar kan vegeteren - en schrijft nu tergend langzaam aan zijn laatste hoofdstuk. We concluderen blij dat de laatste wijzigingen gemaakt kunnen worden, waaronder het aanvangen van het onderzoek, alsmede het uitdiepen van de d’s en t’s. Hoera! Hierna mik ik een lunch binnen en handel e-mails af voor ik me terug ontkleed naar het adamskostuum en vandaar naar rok en togus. De aanwezigen in de toguskamer kijken mij warrig aan, maar ik schenk er geen aandacht aan… protocol voor alles! Ik voeg me bij (in?) het cortège; de voettocht naar de Pieterskerk voelt qua gemak aan als El Camino voor een jaar. Normaal stortregent het en loopt de ganse wereld met paraplu; nu eert ex-Koningin en heden Prinses Beatrix, bezitter van een roedel titels waarvan het totale gewicht je kan doen verzuipen, en ook nog eens alumna en eredoctor van deze universiteit, dit grote instituut, waaraan ik mijn bescheiden bijdrage lever, ons met haar aanwezigheid. De viering verloopt en de streng geselecteerde protestelingen (?) zijn er gelukkig voor niets. Alle sprekers zijn uitmuntend, krijgen bijval, maar vooral het moordende tempo bevalt me uitstekend goed. Ook de dans van de megastrikken klopt, tenminste zolang je op het podium staat. Het meest geniet ik zelf van het muzikale intermezzo. Klassieke zang van Celeste da Vinci en rap door Jon Chase; prachtig en heel knap dat de essentie van beide subculturen zo in een keer geheel is ontzield!
Na afloop is er een Egyptische receptie.
De bedompte tombe waarin die plaatsheeft is druk, erg druk, drukkend druk, zo druk dat niemand iemand meer onderscheiden kan, en iedereen ziet er ook nog eens gelijk uit in dat Pipo-de-clown tenue (nu voorzien van rode neus vanwege de kou), zodat ik er een half uur over doe om mijn partner en nog altijd QBBBMS (Queen Bee of the Big Brother Mao Society) Xuefei tegen het tengere lijf te lopen. Zij is hier, als gevolg van een Brownse beweging door de voor China interessante onderwereld, ‘per ongeluk’ ter viering geraakt. In de avond eten we een gesubsidieerd hapje, wat geslaagd is, maar rond half elf is de kaars op en dan weet je het wel.
Dat zeven tienertroelen zich thuis hebben zitten ‘indrinken’ uit mijn persoonlijke voorraad single malt is een zeer onaangename verrassing. Ze zien eruit als zeven sneeuwwitjes en de dwerg, maar dan zonder die dwerg. Voor de symmetrie geven wij, de nog steeds in galakleding gestoken ouders, ze onderuit de zak. De dronken lorren verdwijnen huilend naar de stad en ik kan naar bed. Het is mooi geweest en ik ga een stinkend gat in de volgende dag slapen. Terwijl ik lakschoenen en rok uitworstel, dwalen mijn gedachten af naar roerganger Annetje Ottow. Wat een vrouw! Zij moet morgen maar liefst nog vier keer een publiek toekreunen, maar het is haar wel toevertrouwd. Het was schitterend, maar één dag carnaval is voor mij echt meer dan genoeg!
Admin - 13:19:41 | Een opmerking toevoegen